Sterkere verhoging pensioenleeftijd nodig
Geplaatst op: 14 augustus 2012De pensioenleeftijd moet sneller kunnen stijgen dan maximaal 1 jaar per 5 jaar. De huidige voorgestelde verhogingen van de pensioenleeftijd zijn op de korte en middellange termijn niet toereikend. Dat concluderen het Den Haag Centrum voor Strategische Studies (HCSS) en TNO in een gezamenlijk onderzoek naar de gevolgen van de dubbele vergrijzing: een steeds groter deel van de bevolking is gepensioneerd, terwijl de gemiddelde levensverwachting toeneemt.
Essentieel is volgens de onderzoekers een sterkere verhoging van de pensioenleeftijd met een sterkere koppeling aan de levensverwachting dan voorgesteld in het concept stabiliteitsprogramma 2012. In gevallen waar de levensverwachting sterk stijgt of daalt, zijn de voorstellen uit het Lente-akkoord ontoereikend, vinden ze. “De rijksbijdrage aan de AOW kan zelfs met de voorstellen uit het pensioen- of voorjaarsakkoord blijven stijgen ten opzichte van het bbp, in het bijzonder als de levensverwachting sneller stijgt dan de pensioenleeftijd.” Maar de maatregelen moeten volgens de onderzoekers ook in de mogelijkheid voorzien dat de levensverwachting in de komende 50 jaar daalt. “Het zou kunnen dat op termijn de levensverwachting daalt, zoals ook gebeurde in Rusland na de val van de Sovjet-Unie. Zowel het voorstel uit het pensioenakkoord als het voorstel in het voorjaarsakkoord laat het dan niet toe dat de pensioenleeftijd weer verlaagd wordt. In beide gevallen zijn de huidige voorstellen niet voldoende robuust gegeven deze situaties.”
Ook noemen de onderzoekers de vertraging tussen het besluit om de pensioenleeftijd te verhogen en de invoering van de verhoging, zoals voorgesteld in het stabiliteitsprogramma en pensioenakkoord, te groot om adequaat op veranderingen in te kunnen spelen.