Jongeren moeten meer pensioenrechten krijgen
Geplaatst op: 15 januari 2013De AFM vindt dat jongeren voor hun pensioenpremie hogere pensioenrechten moeten krijgen. Ze betalen in verhouding nu te veel voor wat ze op de pensioendatum krijgen, zegt AFM-bestuurder Harman Korte. De ‘doorsneepremie’ die nu wordt gehanteerd is volgens hem niet eerlijk.
Doordat het geld van jongeren langer kan renderen, ‘subsidiëren’ zij hiermee de pensioenen van de ouderen. Korte wil af van die ‘subsidie’ van jongeren aan ouderen, door jongeren een hoger opbouwpercentage toe te staan. “De doorsneepremie is hoger dan kostendekkend voor jongeren, en lager dan kostendekkend voor ouderen. Deze subsidie van jong aan oud is goed uitlegbaar als alle deelnemers hun hele loopbaan in hetzelfde fonds pensioen blijven opbouwen. Iedere subsidiërende jongere wordt dan immers op den duur een gesubsidieerde oudere. Maar de systematiek wordt minder goed uitlegbaar naarmate meer werknemers niet hun hele loopbaan in hetzelfde fonds pensioen blijven opbouwen”, stelt Korte.
Korte ziet de oplossing in het “afstappen van gelijkblijvende opbouw, en alle deelnemers de pensioenaanspraak laten opbouwen die precies bekostigd kan worden met de vaste premie. In de middelloonsystematiek: jongeren hebben een hoger opbouwpercentage dan ouderen. In het jargon: degressieve opbouw van aanspraken. Praktisch: wél een vast premiepercentage, maar geen impliciete subsidie. Je zult voor de overgang overigens geruime tijd willen uittrekken, om de negatieve gevolgen voor de oudere helft van de deelnemers aanvaardbaar te houden. De belastingwetgever zou een duwtje in de goede richting kunnen geven door de voorziene beperking van het Witteveen-kader voor db-regelingen te differentiëren naar leeftijd.”