Onwetendheid bij aflossingsvrije hypotheek
Geplaatst op: 14 april 2014De helft van de mensen met een 100% aflossingsvrije hypotheek verwacht niet dat de maandlasten zullen stijgen na een verhuizing. 28% van de kopers verwacht een restschuld over te houden bij de verkoop.
Van de Nederlandse huizenbezitters overweegt 13% om binnen nu en twee jaar een nieuwe woning te kopen. Voor ongeveer de helft van de huizenkopers is een belangrijke reden om opnieuw te kopen, de wens om te verhuizen naar een groter huis. Daarnaast zijn de huidige marktomstandigheden een reden om nu te kijken naar een nieuwe woning. 15% noemt de huidige prijzen, 14% het ruime aanbod.
Van de kopers verwacht 28% een restschuld over te houden bij de verkoop van zijn oude huis. Bij deze groep leeft meer dan onder andere kopers de wens om groter te wonen. 63% van de respondenten die een restschuld voorziet geeft aan groter te willen wonen en wil ook een duurder huis gaan kopen. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat kopers met een verwachte restschuld jonger zijn en jongere kopers veel vaker aangeven groter te willen wonen.
Eén op de vijf kopers met een verwachte restschuld heeft een 100% aflossingsvrije hypotheek en 60% is van plan om spaargeld te gebruiken voor de financiering van hun nieuwe woning.
De afgelopen paar jaar is door overheidsbeleid veel veranderd op de woningmarkt. Zo is de aflossingsvrije hypotheek aan banden gelegd. Dit betekent bijna altijd dat woningbezitters die een nieuw huis kopen, meer moeten gaan aflossen. Dit leidt vaak tot hogere maandlasten. Van de huizenkopers geeft 80% aan zich hiervan bewust te zijn.
Toch verwacht 48% van de huiseigenaren met een volledig aflossingsvrije hypotheek niet dat de maandlasten zullen stijgen na aankoop van een nieuwe woning. Dat is opvallend omdat deze woningkopers waarschijnlijk zullen moeten gaan aflossen op hun nieuwe hypotheek, ook als deze gelijk blijft of minder wordt. Een mogelijke verklaring is dat veel huizenbezitters de concrete effecten van de recente maatregelen op hun eigen financiën toch niet overzien.