Geen versoepeling aflossingsverplichting hypotheek
Geplaatst op: 12 juni 2018De regels voor het aflossen van de hypotheek worden voorlopig niet versoepeld. Dat heeft staatssecretaris Snel (Financiën) laten weten aan de Tweede Kamer. De introductie van de optie om voortaan 30% aflossingsvrij te mogen lenen, zou de schatkist jaarlijks € 1,3 mld gaan kosten.
Het CPB heeft op verzoek van Snel gekeken naar de variant waarbij 70% van de hypotheek volgens een annuïtair of lineair schema wordt afgelost en de rest aflossingsvrij wordt geleend. Maar dat zou jaarlijks € 1,3 mld aan belastinginkomsten schelen. Bovendien zouden de huizenprijzen door deze maatregel 0,6% hoger worden. Volgens de staatssecretaris zou de variant wel kunnen worden bekostigd door de uitgaven aan de renteaftrek met 12% te verlagen door de renteaftrek in brede zin verder te verlagen. Maar dat ziet Snel niet zitten, want de hogere woningprijs zou de voordelen deels teniet doen en de woningmarkt zou worden verstoord. “Door een toename van de subsidie op de koopmarkt neemt ook de verstoring door de overheid van de beslissing om te huren of kopen weer toe. Dit leidt tot welvaartverlies omdat het huishoudens die eigenlijk liever zouden willen huren – vanwege bijvoorbeeld de flexibiliteit die dat biedt – toch kan bewegen een koopwoning met overheidssubsidie aan te schaffen.”
Een andere variant is dat de huiseigenaar verplicht moet aflossen totdat de schuld met 70% is afgenomen. Dat kost € 200 mln per jaar, maar ook daarvoor is Snel niet te porren: “Deze vorm verlaagt de maandlasten van huizenbezitters bij aanvang van de hypotheeklening niet.” Bovendien zorgt meer aflossingsvrij lenen ook voor hogere hyptheekschulden, aldus de staatssecretaris. “Het CPB houdt rekening met een stijging van de hypotheekschuld met 14% ten opzichte van het basispad. De Loan-To-Value (LTV) van huishoudens zal minder snel dalen. Daarmee blijven zij dus langer kwetsbaar voor een eventuele daling van de huizenprijzen.”
Tot slot worden met soepeler eisen de regels ook weer complexer. “Terwijl deze regeling al als zeer complex wordt ervaren door burgers, hypotheekverstrekkers en hypotheekadviseurs.”
De aflossingsvrije hypotheek blijft dus nog in de ijskast, al zou het onderwerp volgend jaar weer op tafel kunnen komen bij de evaluatie van de fiscale eigenwoningregeling.
Snel wijst erop dat ook met de huidige regels de maandlasten kunnen worden verlaagd, bijvoorbeeld door een gedeeltelijk aflossingsvrije lening te sluiten, waarbij voor een deel wordt afgezien van renteaftrek. Het aflossngsvrije deel valt dan in box 3. “Een lening in box 3 geeft geen recht op aftrek van rente en kosten in box 1, maar mag wel in mindering worden gebracht op eventueel vermogen in box 3 zoals spaargeld of aandelenbezit.” En er kan een tweede hypotheek worden gesloten waarvan de rente niet aftrekbaar is. Die financiert dan maximaal 50% van de aflossing op de eerste hypotheek. “De eerste hypotheek neemt af, terwijl de tweede oploopt. Dit maakt onvolledige aflossing – en daarmee lagere maandlasten – met behoud van renteaftrek mogelijk.”