De belasting op spaargeld moet worden verlaagd.
Geplaatst op: 18 juni 2013
Nu wordt bij vermogensbelasting namelijk uitgegaan van een rendement van vier procent op spaarrekeningen, terwijl dat in de praktijk lager ligt. Dat schrijft de commissie-Van Dijkhuizen in een advies dat maandagavond aan staatssecretaris van Financiën Frans Weekers is overhandigd.
De staat loopt veel geld mis als vermogen minder zwaar wordt belast. Als de Belastingdienst voortaan uitgaat van een rendement van drie procent (nog altijd een stuk meer dan in de praktijk) zou dat al 900 miljoen euro schelen, rekent de commissie voor.
Met een andere belastingmaatregel moet dat effect teniet worden gedaan. De commissie stelt uit te gaan van de gemiddelde rente van de afgelopen vijf jaar, wat neerkomt op 2,4 procent.
De commissie wil verder onder meer de de grens van de eerste belastingschijf verhogen. Nu vallen alleen jaarinkomens tot twintigduizend euro onder de eerste schijf. De commissie wil dat dit zestigduizend euro wordt. Dan zouden twaalf van de dertien miljoen belastingplichtigen onder de eerste schrijf vallen.
Als alle maatregelen worden opgeteld, zouden de inkomenseffecten beperkt zijn en de balans van de overheidsuitgaven en -inkomsten zou er ook niet door worden verstoord. De wijzigingen moeten op termijn 140 duizend banen opleveren